Op een vroege zondagochtend rijden we met een Amerikaanse stationwagen het Hollandse landschap binnen.
Ik kan tot ver over de lege weilanden kijken. Slootjes kronkelen er doorheen, soms overbrugt door krom gebogen bruggetjes. In de verte ligt een dorpje met de kerktoren als herkenningspunt.
Ik ben op weg naar alweer een nieuw begin.
Het is plotseling snel gegaan, gisteren rond deze tijd wist ik niet van het bestaan van Roosje en Witske en nu ben ik op weg om ze op te halen. Twee rode poezen, zusjes van zeven jaar. Hun baasje is vorige week overleden.
Ik verbaas me regelmatig hoe wonderlijk dingen kunnen lopen en plotseling kunnen veranderen in een mensenleven. Je hebt daar niet altijd iets over te zeggen. Het zijn die momenten dat er voor je gekozen wordt, zonder jouw instemming of toestemming Dan kan zomaar, binnen die ene seconde je leven op zijn kop staan.
Ik denk aan een vriendin die in een het verpleeghuis `Beth Shalom` is opgenomen en tussen bejaarde en demente mensen ligt. Elke dag krijgt ze doorgekookt eten op een plastic bord geserveerd, als ze haar niet vergeten zijn, want dit gebeurt regelmatig omdat ze een cliënte is die niet `op zaal` eet. Ook moet ze regelmatig zelf om haar zorg vragen.
Ze had daar niet gelegen als ze op het moment van het aanbrengen van een nieuwe zitting in haar scootmobiel een meelevend mens had ontmoet, iemand met hart voor zijn werk. Die haar klacht over de zitting serieus nam en samen met haar naar een oplossing had gezocht.
Maar zo is het niet gegaan.
Ze is bij het nemen van een stoep voorover uit haar stoel gevallen, met als gevolg twee gebroken benen, maar ook een ernstige decubituswond, een gat van twee bij twee, tot op het bot zo diep.
Haar leven nam, in die ene seconde, de verkeerde wending waardoor ze al maanden in een bed ligt en wacht tot haar benen uit het gips zijn en de wond genezen is, om daarna naar het revalidatiecentrum op de Overtoom te gaan.
Maanden weg van huis, van haar poezenbeesten.
Zodra we thuis zijn kruipen Roosje en Witske onder de bank om daar dagen te verblijven. Ik snap het wel, een ander baasje, een nieuw huis, andere spullen, de geur, een vrouwelijk stemgeluid. Ze kijken de kat uit de boom en doen `het spreekwoord` eer aan.
Witske is de eerste die op verkenning uitgaat, sluipt door het huis, zachte poezenpootjes raken heel licht de vloer, haar buikje schuift langs de grond. Ze snuffelt aan keukenkastjes, tafelpoten, koelkast, planten, alles komt aan de beurt maar aan mij loopt ze voorbij.
De volgende dag is het Roosje die alles onderzoekt.
Ze doen ze er weken over om zich het huis toe te eigenen, elk hoekje, gaatje wordt ontdekt. Roosje is degene die me in de ochtend als eerste begroet en vervolgens vol overgave op haar rug gaat liggen zodat ik haar buikje kan aaien, maar ze blijft ver van mijn schoot.
Witske is de eerste die bij me komt zitten, eerst mag ik haar aaien, veilig op de leuning van de bank. Op een avond doet ze een poging om op mijn schoot te komen maar trekt zich halverwege terug, als ik haar, te enthousiast, verwelkom.
Eindelijk is het zo ver en betreedt ze heel voorzichtig met haar schattige poezenpootjes mijn schoot, als een koningin die op haar troon gaat zitten. Het heeft even geduurd maar dan heb ik ook wat, snorrend, knorrend mijn hand likkend, rondjes draaiend strijkt ze uiteindelijk neer op mijn schoot om daar te blijven liggen en zich uitgebreid te laten aaien. Ik heb haar hartje veroverd en zij de mijne.
De poezenbeesten van mijn vriendin worden goed verzorgd, ze krijgen voldoende aandacht maar het duurt nog lang voordat ze weer thuis is en dit alles door die ene seconde waarop het noodlot haar te pakken heeft genomen.
Mooi, hoe Roosje en Witske in je leven kwamen. Fijn dat je zo geduldig hebt gewacht tot ze zich veilig en thuis voelden en zich durfden toe vertrouwen. En wat jouw vriendin betreft: daar ben ik stil van. Ik probeer me dat voor te stellen. Op straat uit je scootmobiel donderen: de schrik, de pijn, de ontsteltenis. En dan daarna het volstrekt overgeleverd zijn, de afhankelijkheid, de lange weg van genezen en revalideren. Maar dat kan ik me natuurlijk helemaal niet voorstellen. Ik ben alleen maar stil.
Wat een prachtig filosofisch verhaal Hannah.
Nooit meer alleen met Roosje en Witske om je heen.
Ik wens jullie een fijne tijd samen.
Dit is wat Kestmis betekend “Vriendschap,liefde en geborgenheid,