Een noodlottig einde

images37MZ014AHet is feest. De eerste paal voor de woongemeenschap `Het gebaar` zal symbolisch de grond in worden geslagen door de toekomstige bewoners, begeleiders en mensen van Alliantie. Het worden woningen voor dove en slechthorende.

De uitnodiging voor het feestje had ik in de vitrinekast in de hal van blok zeven zien hangen. Als ik aan kom bij het houten gebouw, maak ik nog net het laatste deel van de toespraak van de directeur mee, ze heeft speciaal voor deze gelegenheid een zinnetje in gebarentaal geleerd en is drukdoende met haar handen.
`Zo gemakkelijk is het niet,` zegt ze als ze klaar is, er wordt gelachen en geklapt. Ze gaat verder met haar toespraak, ondertussen is een tolk druk in de weer met haar handen.
`We doen het eigenlijk nooit meer, symbolisch een eerste paal slaan, maar voor zo’n bijzonder project hebben we een uitzondering gemaakt.`

In een feestelijke stoet steken we de Schellingwouderbrug over om ons naar de plek te verplaatsen waar de ceremonie plaats vindt. De heistelling staat klaar, drie houten palen in de vorm van een wigwam met touwen eraan. In totaal verzamelen tien mensen zich rond de palen. Er wordt aan de touwen getrokken en weer losgelaten, een handmatige heimachine.
`Wat is dit leuk,` zeg ik tegen Jos, iemand die ik ken van Alliantie, als de paal met een klap neer komt en de andere paal een stuk de grond ingaat.
`Ja, leuk, hé,` zegt ze terwijl ze foto’s aan het maken is.
Er wordt gejuicht en in handen geklapt.
Iemand zegt: `De paal zit er nog niet in, doorgaan.`
`Ja, nog een keer,` wordt er geroepen.
Opnieuw wordt er aan de touwen getrokken.

Hoe lang heeft het geduurd?
Te lang.
Misschien was het tien minuten, maar het leek een eeuwigheid, te lang als het om een mensenleven gaat.
Het terrein waar de ceremonie plaats vond, waar de heipaal klaar stond, waar aan de touwen werd getrokken en waar mensen juichte en klapte bij de eerste slag, waar geroepen werd: `hij zit er niet in, nog een keer,` werd een plek waar zich een drama afspeelde.

Acht minuten later is de sirene te horen en komt de eerste ambulance het zanderige terrein oprijden, een stofwolk achter zich latend. Een kwartier later staat het terrein vol met drie ambulances, één auto van calamiteiten, één brandweerauto, drie politiewagens en één trauma helikoper.

De directeur van Alliantie en een toekomstige bewoner zijn geraakt door de paal, die bij het tweede rondje trekken aan het touw naar beneden is gekomen. Ik zie het beeld telkens voor me, haar hoofd iets opzij, bloed wat uit haar mond, geen enkele beweging.
Ik sla mijn hand voor mijn mond en hoor mezelf kreunen. Ik zie de beweging van het reanimeren, het duurt te lang.
Ik prevel een gebed.

Een uur later zit ik op de plek waar de toespraken werden gehouden, waar de foto’s nog opgesteld staan van de woningen, slingers hangen aan het plafond, het was een feest, een opening naar de toekomst.
Mensen lopen verdwaasd rond, huilend, met wit weggetrokken gezichten, telefonerend. Politie interviewt mensen, slachtofferhulp is ondertussen gearriveerd. Op de tafel aan het raam staan van allerlei hapjes die onaangeroerd blijven. Ben ik dan de enige die de onbedwingbare behoefte heb me helemaal klem te vreten, natuurlijk houd ik me in.

Ik heb moeite met opstaan, me te verplaatsen. Waarop wacht ik? Misschien op een bericht, misschien om nog even bij deze mensen te horen, we hebben dezelfde beelden gezien. Ik blijf vastgeplakt aan de stoel, alsof dat wezenloze ding me nog voor even een bescherming kan bieden. Als de zon is ondergegaan loop ik in het donker terug naar mijn huis, langs het water, langs de klaprozen die ik op de heenweg op de foto heb gezet.

De volgende dag heeft de vrouw een naam gekregen. Ze heette Erna en is 54 jaar oud geworden. Ze is in het ziekenhuis aan haar verwondingen overleden. Ze laat een man en twee zonen achter.

Voor mij begint een nieuwe dag. Die dag ben ik me meer bewust van het leven, geniet van het prachtige weer, van een gesprek met een vriendin uit en ver verleden, we eten chocolade taart en drinken koffie verkeerd. Kinderen spelen, bouwen hutten, hangen in hangmatten, het leven bruist.
Ik leef.
Wat een geluk.

4 reacties

  1. Ach Hannah, wat akelig. Ik had het in de krant gelezen en hoopte stilletjes dat jij er niet bij was. Wel dus. Triest. Mooi hoe je het geheel onder woorden weet te brengen. Bijna alsof ik er bij was. De blijdschap over een nieuw project, de ontsteltenis, de verdoving, de tegenstrijdige impulsen. Ook je vreugde over het leven, jouw leven, is heel invoelbaar. Ik vind dat een mooi ‘antwoord’ op een nare ervaring.

  2. Dag Hannah, wil je met contacten, ik was er ook bij er ook bij en stond naast haar. Ik zie nu pas jouw verhaal, ik zou het graag met je willen delen. Ik was haar communicatie adviseur en had de bijeenkomst met haar voorbereid en samen gebarentaal geleerd,

    Hartelijke groet van Petra Kremer

Laat een antwoord achter aan Lidy Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *