Uit contact

Een gedeelte van de camping ligt plat, geen verbinding met internet, dus geen mail, WhatsApp, radio of uitzending gemist. Ach ja, we worden hier zo graag op de hoogte gehouden van het nieuws uit Nederland, we luisteren het liefst naar onze vertrouwde programma’s en natuurlijk willen we ook weten wat `het weer` in ons landje is. Vriest het daar, dan genieten we des te meer van ons zonnebad.
De volgende dag is er nog geen verbinding maar wel hoop, de verwachting is dat het morgen wordt opgelost, er wordt een  nieuwe antenne gekocht.  Weer een avond die ik door moet brengen zonder `Met het oog op morgen` en het vertrouwde stemgeluid  van Pieter van der Wielen. Soms denk ik zijn stem te horen, het moet niet gekker worden.

De nieuwe antenne is geplaatst  maar er is geen netwerk.
Mij berusten in de situatie komt langzaam opgang en ik begin ook de voordelen te voelen. De stilte maakt me rustig, ik hoef niets meer, het mediteren gaat beter en ik ben zeer productief aan het schrijven. Maar de avonden zonder de vertrouwde stemmen blijft moeilijk, mijn WhatsAppjes van mijn vriendinnen, lange e-mails die me op de hoogte houden van het wel en wee en waar ik zelf ook mijn verhaal kwijt kan en die  het `vertrouwd zijn`  oproepen.

Ik ben een junk die aan het afkicken is, ondanks dat ik de voordelen zie van het clean zijn, veer ik op bij een sprankje hoop wat aan de horizon daagt. Misschien kan ik meeliften op het netwerk van mijn buurvrouw. Ik klop op haar deur. Als ze opendoet zie ik haar gezicht in de opening verschijnen, geen enkel woord komt over haar lippen. Ze kijkt.
Haar gezicht spreekt boze boekdelen en ik lees:
`Hoe haal jij het in je gore kop om op mijn deur te kloppen, trut.`
Het zijn mijn gedachten dus laat ik me niet afschrikken en leg haar mijn situatie uit.
`Ik vind het zo fijn om radio te luisteren, meer hoef ik niet,` deze woorden moeten haar aanspreken, ze houdt vast net zoveel van de radio.
Er veranderd niets aan haar uitdrukking, ik zou haar kunnen opvrolijken met dat liedje van Stef Bos dat hij zingt over de radio. De melodie en de woorden zitten meteen in mijn hoofd.

`Die stem kwam uit een doosje op de kast. Mijn moeder zei dat is de radio en ik dacht: dat is een wonder en ik kan mijn hele leven niet meer zonder, dat wonder.
Ik hou van de radio, ik hou van de radio, radio.`
 
Natuurlijk hou ik mijn mond, voel me toch een beetje geïntimideerd. Ik luister naar haar korte maar krachtige woorden: `Het kan niet onder geen voorwaarde`. Ze heeft er slechte ervaringen mee en het is haar teveel gedoe

Met een zwaar gemoed loop ik terug naar mijn huisje en trek de deur achter me dicht. Niet omdat ik niet mee kan liften op haar internetverbinding, ik respecteer haar keuze.
Maar wat raakt me dan zo?
Ineens staat het me helder voor ogen. Het is haar onvriendelijkheid, haar afwijzende houding, haar boosheid, wantrouwen zelfs.
Even dacht ik dat ik de veroorzaker was van al deze gemoedstoestanden maar wat een kapsones om te denken dat ik daar invloed op heb. Natuurlijk was ze al boos en gewoon niet vriendelijk en wijst ze me af met haar houding maar het heeft niets met mij te maken.
Ik hoor mezelf zuchten en ik voel me alweer een stuk lichter.

Een paar dagen later kan ik verbinding maken met mijn eigen router en hoor ik weer het vertrouwde stemgeluid in de avonduren. Er is niemand die met mij mee wil liften, maar dat ligt niet aan mij.

2 reacties

  1. Rake titel voor een prachtig verhaal, met een slotakkoord waar ik om moest grijnzen. Ooit zal het ons lukken om volmaakt Zen te zijn. Toch?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.