Leeftijd

Sinds ik zeventig ben en onder het kopje ‘bejaard’ val stoor ik me er aan. Bejaard klinkt versleten, alsof er geen leven meer in zit. Dit past niet bij mij. Ik ben een oudere, dat klinkt aangenamer en vriendelijker in het gehoor.

Ik ben vaker met mijn leeftijd bezig omdat ik de confrontatie ermee niet meer kan ontlopen.
‘Hoort dit er echt bij?’ zegt de stem in mijn hoofd.
Vorige week reisde ik met de trein en moest ik mijn ov-kaart opladen. Het is een handeling die me nooit moeite kostte maar die dag lukt het me niet. Telkens opnieuw stop ik mijn pas in weer een andere automaat, het ligt vast aan de automaat, maar elke keer krijg ik de melding: ‘haal uw betaalpas eruit’.
‘Verdomme, wees even duidelijk, wat doe ik fout?’, verwijt ik het dode ding.
Bij de derde automaat in de centrale hal steek ik mijn betaalpas er andersom in. Bingo.
Alles werkt wat trager en ik raak een zekere alertheid kwijt, alsof er een stofje ontbreekt die de aansluiting mist.

Het is voor mij een uitdaging te ontdekken dat ouder worden ook zijn voordelen heeft. Ik heb meer tijd achter me dan voor me liggen terwijl die tijd sneller lijkt te gaan maar ik zelf de snelheid kwijtraak.
Ouder worden dwingt me tot rust. Zen in het leven te staan, meer tijd te nemen voor de schoonheid van elk moment, me bevrijden van de last die ik (nog) met me meedraag. Ouder worden geeft me de tijd terug, geeft me mezelf terug.
Ik ga niet meer op elke uitnodiging in voor een bijeenkomst of ‘gezellig’ bij elkaar zijn. Ik zeg makkelijk ‘nee’ omdat ik niet alles meer mee hoef te maken en mijn leven al vol met mijn verhalen zit. Ik vind het niet meer erg om anders, als éénling gezien te worden, want dat ben ik.
Ouder worden is leuk.

Maar bij ouder worden hoort ook het lichamelijk verval. Aan het woord ‘verval’ kan ik moeilijk wennen, het klinkt zo definitief omdat het ‘achteruitgang’ betekend. Ik wil niet achteruitgaan maar vooruit, doorgroeien, niet afbreken. Maar misschien is de achteruitgang van het lichaam wel vooruitkomen in de geest. Het lichaam gaat achteruit maar geeft de ruimte aan de geest. Bingo.

Een mooi einde.
Mijn verhalen hebben tijd nodig om te rijpen, tot bloei te komen. Tijdens mijn wandelingen denk ik erover na en komen de ideeën mijn hoofd binnenlopen maar even zo snel ontglippen ze me weer.
Ik had een ander mooi einde voor dit verhaal maar ik ben het onderweg verloren en heb het niet meer teruggevonden.

Eén reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *