Wachten(II)

Ik wacht. Er gebeurt niets. Ik wacht. Ik wacht nog steeds.
Als ik maar lang genoeg blijf wachten. Zal er een eeuwigheid niets gebeuren. (Komrij 1944/2012)

Het wachten duurt nu langer dan één maand.
Ik kijk met een afstand naar mezelf en zie hoe ik omga met deze situatie. Gedurende het wachten heb ik het wonen in de Akropolistoren `te belangrijk` gemaakt. In mijn hoofd is het de meest ideale plek geworden, met een bijzonder uitzicht, een ruime woning in een vredelievende woongemeenschap waar ik …enz.
Het zijn gedachten die in mijn hoofd kruipen…maar zijn ze ook waar? Wat zou er gebeuren als ik ze gewoon liet passeren, als iemand die langsloopt, misschien even aanwipt en daarna weggaat, verdwijnt. Ze krijgen geen kans meer rond te dolen in mijn hoofd en kan ik rustig achterover leunen.

Ruim één jaar geleden was ik tevreden met mijn nieuwe huis en dacht ik niet aan verhuizen. Er veranderde iets toen ik lid werd van de vereniging, mensen leerde kennen van deze woongemeenschap en de toren zijn weg naar boven baande en het hoogste punt bereikte. Maar helemaal, toen ik hoorde dat er een woonwijk voor mijn huis zou oprijzen, de bomen voor mijn huis gekapt zouden worden en er torenhoge flats zouden worden gebouwd.
Ze zijn nu al begonnen met het afgraven van de grond, het vrachtverkeer rijdt af en aan.
Dit was het moment dat de hoop op een woning in de toren een beginnetje maakte en zich steeds meer uitbreidde.

Toen ik op acht mei, voor tien uur in de ochtend, de gegevens en mijn voorkeur voor de woning doorgaf is het wachten begonnen. Hoe meer tijd erover heen ging, hoe meer mijn verlangen werd aangewakkerd, wachtend op de bevrediging van het verlossende woord, dat ik eindelijk krijg wat ik zo graag wil.

Als vroeger bij ons thuis het weekblad de Donald Duck op de gangmat viel mocht mijn broer hem als eerste lezen, daarna ik. Daar zat hij dan lezend in zijn Donald Duck en ik maar wachten tot hij hem uit had, wat natuurlijk een eeuwigheid duurde. Hoe langer ik moest wachten hoe meer ik naar die Donald Duck verlangde. Zat ik dan eindelijk op de bank met mijn begeerde Duck, viel het altijd tegen. Met mijn gedachten had ik mijn verlangen veel groter en belangrijker gemaakt.

Dus…ik doe een stapje terug, maan mijn hoofd tot stilte, ga niet aan de loop met mijn fantasieën, mijn ideeën, mijn verbeelding en vertrouw erop dat het leven voor mij die beslissing maakt die goed voor mij is, wat heb ik er nu eigenlijk over te zeggen, helemaal niets.

Ik loop regelmatig langs de Akropolistoren die klaar is voor oplevering en wacht op zijn eerste bewoners. Als ik op het bankje voor de toren zit aan het Buiten-IJ en uitkijk over het water dan weet ik het ineens zeker dat de toren mijn nieuwe woonplek zal worden maar ik ga er niet meer mee aan de loop, ik blijf lekker zitten.

Wordt vervolgt…

2 reacties

  1. Zo herkenbaar. Dat gedoe in jezelf. Het heen en weer geslingerd worden tussen verlangen, vrees en vertrouwen. Mooi dat vertrouwen de overhand krijgt. Ik wacht geduldig met je mee.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *